We waren op vakantie. Vlakbij was een gezin met een jong kindje – ik denk bijna twee jaar oud. Het jonge gezinnetje had strijd om alles. Vaak hoorde ik ze mopperen op het jonge kindje, dat al zoveel zelf zou moeten kunnen.
Toen ze met de hond een stukje wandelden, wilde het meisje graag opgetild worden. Met haar handjes in de lucht liep ze achter haar vader aan. In plaats van haar op te tillen over de steile hellingen, zette hij haar keer op keer weer neer of duwde haar weg met de woorden ’thuis kan je ook heel goed lopen, dat kan je hier ook.’
Maar de wegen waren steil, de trappen waren hoog, de paden niet zo glad als de gemiddelde Nederlandse stoep. Het was een worsteling om te lopen – ook ik was liever getild op sommige stukken 😂.
En ’s avonds ging de strijd in het kleine gezin door. Elke keer hoorden we de vader weer zeggen ’thuis kan je ook alleen slapen, hier kan je dat ook.’ Tot zowel de peuter als de vader kwaad en overstuur waren, hij wegstampte en het kindje maar bleef huilen tot het stil werd.
Waarschijnlijk snakte de vader naar rust. Naar iets wat je vroeger had, namelijk vakantie. Dan kwam je ergens aan, nam je een dagje om bij te komen van de reis, en daarna genoot je van 2 weken welverdiende rust of juist veel wandelen.
Maar als je jonge kinderen hebt, is vakantie opeens topsport.
Er is níks wat mij zo vreselijk uit mijn doen kan brengen, dan alles in de auto gooien wat belangrijk is, en dan een week of twee op een totaal vreemde plek verblijven.
Vroeger had ik dat niet. Dan snakte ik naar vakantie en genoot ik oneindig van de rust, een nieuw land en een nieuwe cultuur.
Met drie jonge kinderen ervaar ik dat anders.
Op vakantie gaan voelt voor mij als aan de buitenkant van een vliegtuig zitten met mijn hele gezin, terwijl ik iedereen vast moet houden, probeer te voorkomen dat we neerstorten en ondertussen sta te koken.
Kortom: vakantie is hard werken. Voor mij blijkt vakantie echt een enorme trigger te zijn: opeens valt alle controle weg, heb ik nooit bij de hand wat ik nodig heb en slaap ik vreselijk door alle vreemde geuren en geluiden.
Daar tegenover staat mijn man, die áán gaat op vakantie en het liefst de hele dag door in touw is, met drie kinderen en een grieperige vrouw op sleeptouw. 14 dagen non-stop.
Ik moet juist verder vertragen op vakantie.
Om het in termen van mijn werk te zeggen: ik ben helemaal ontregelt en niet gereguleerd op vakantie. Als je me al langer volgt, weet je dat ik vaak praat over regulatie van jezelf (het kunnen kalmeren en ontspannen) en over co-regulatie (het sámen kunnen reguleren van je kindje).
Co-regulatie is wat we nodig hebben – groot en klein – als je jezelf niet gereguleerd krijgt.
Als je hele lichaam en systeem aan blijft staan in vecht- en vluchtmodus, of juist in een freeze schiet. Ik leg hier meer over uit in de online cursus en het gratis webinar ‘4 hardnekkige slaapmythes ontkracht‘, dus ik ga hier niet te diep op in hier.
Maar het komt er op neer dat je lijf geen rust meer krijgt. Het autonome zenuwstelsel blijft maar jagen, op zoek naar veiligheid en rust, maar kan dat niet in zichzelf tot stand brengen.
Voor mij persoonlijk betekent dat, dat ik enorm ga snauwen, verkouden ga voelen en hoofdpijn krijg.
Voor mijn man betekent dat bijvoorbeeld dat hij heel erg terugtrekt.
Voor veel kinderen bestaat dat uit eindeloze driftbuien.
Maar voor alle mensen geldt:
Als iemand niet tot zelf-regulatie in staat is, is co-regulatie de oplossing.
Hoe jonger iemand is, hoe minder iemand is staat is tot co-regulatie – en dus keer op keer zal uitreiken om co-regulatie tot stand te brengen.
Dus dit jonge meisje van 2 dat op vakantie opeens veel minder zelf kon… had waarschijnlijk simpelweg een grote behoefte aan co-regulatie.
Het ís spannend, vakantie.
Het ís overweldigend: opeens weg bij huis en haard, en niet weten waarom en hoelang.
Sterker nog: ik had op vakantie extra co-regulatie en hulp nodig om me oké te voelen, omdat ik me een deel van de tijd zo overweldigd en vermoeid voelde, dat ik niet dacht dat ik nog een dag langer wilde blijven.
Dus kreeg ik ontbijtjes op bed.
Momenten mijn handen vrij in de dag.
Extra knuffels als ik snikkend zei dat ik zó graag naar huis wilde, maar nog liever wilde kunnen genieten.
Natte kusjes als ik niet mee ging zwemmen, maar aan de kant zat te kijken.
Want jeetje, dit jaar was ik niet helemaal mezelf op vakantie.
Uiteindelijk genoten we maximaal, met een week 35 graden in het natuurgebied Thüringen in Duitsland, en daarna een week 20 graden op een vakantiepark met zwemparadijs.
We rodelden, we wandelden, we zaten in bergtreintjes, skiliften en restaurantjes. We deden eindeloos veel spelletjes, we lachten en soms huilden we (behalve mijn man, haha).
Maar toen we naar huis reden, voelde ik me weer rustiger worden. Trok de mist op, de verkoudheid en de hoofdpijn. En na een dagje thuis, voelde ik me als herboren.
Net alsof ik op… vakantie was geweest.
Maar dan wel ééntje die dit jaar net wat meer moeite kostte dan anders.
Dus wat kon ik me goed inleven in dat kleine meisje van 2, dat zo hard de nabijheid en de hulp zocht van haar vader om te kunnen ontspannen in die vreemde omgeving.
Het zou gemeen zijn om dat niet te geven…
Maar wat is het soms makkelijk gedacht ‘dat kan je wel zelf’.
Want in theorie kunnen we alles zelf. Maar de kern van ons bestaan is de verbinding met de ander. Zodat je, als het even niet zelf gaat, het met een ander kan delen.
En zodat je, als het juist wel goed gaat… je dat ook met een ander kan delen.
Co-regulatie. In plezier én in moeite.
Enne… ik had een fantastische vakantie. De weken thuis waren heerlijk, de weken weg ook. Het was gewoon wat harder werken dan verwacht… maar dat hebben we allemaal wel eens, niet waar?
Geef een reactie