Vaak krijg ik de vraag: ‘ik wil zo graag uitleggen wat het traject bij onze vorige slaapcoach heeft gedaan, kan je me helpen?’ Tot op heden had ik daar geen goed antwoord op. Ik snap als geen ander hoe lastig het is complexe theorie in een korte brief uit te leggen.

Om te helpen, heb ik nu deze brief voor moeders beschikbaar gesteld. Deze mag je vrij gebruiken voor de slaapcoach waar je een traject hebt gevolgd met je kindje, en uiteindelijk dingen hebt gedaan die tegen je gevoel in gingen.

Als je een jong kindje hebt dat niet zo goed slaapt, kan je daar doodmoe van worden. Helemaal als het lezen van talloze boeken je niet dichterbij de oplossing brengt. Gelukkig bestaan er ‘slaapcoaches’. Het zijn veelal moeders die vanuit hun eigen ervaring met een minder goede slaper, andere moeders willen helpen aan een oplossing.

Verschillende baby’s, verschillende oplossingen

Er zijn talloze baby’s, talloze temperamenten en talloze omstandigheden. Er is geen enkele baby hetzelfde, geen huishouden hetzelfde en geen zwangerschap en bevalling hetzelfde.

Dat maakt dat slaapcoaching áltijd een traject op maat moet zijn, doorgaans met ondersteuning op meerdere vlakken. Helaas wordt in de meeste slaapcoaching gewerkt met rigide schema´s en vaste tijden, waardoor zeker 60% van de baby´s buiten de boot valt.

Als moeder moet je vervolgens behoorlijk sterk in je schoenen staan om tegen een slaapcoach te durven zeggen “dit is niet wat ik had gehoopt, ik wil deze dingen niet ‘moeten’ doen.”

Vast aan regeltjes

Het probleem is echter dat veel slaapcoaches niet buiten de gebaande paden kunnen, durven of zelfs mógen denken. Zo blijkt dat bepaalde opleidingen slaapcoaches restricties opleggen.

Deze slaapcoaches mogen absoluut niet afwijken van de tijden en schema’s zoals deze binnen de opleiding worden geleerd. Als je dan een kindje hebt dat niet doet aan gemiddelde slaap- en wakkertijden, eindig je met een oorlog rond bedtijd.

Zo schreef een moeder mij vorige week: “We zouden ons kindje écht niet hoeven laten huilen bij het leren slapen. Maar toen we na 4 weken nog geen vooruitgang hadden geboekt, zei de slaapcoach ‘dan moeten we maar gaan laten uitdoven. Je moet je kindje een paar avonden laten huilen, want deze is écht hardnekkig’.

Een andere moeder mailde een soortgelijk verhaal: “Bij de intake vroegen we of we ons dochtertje niet hoefden te laten huilen. En nee, dat zou écht niet hoeven. Maar toen de slaapcoach bij het bedritueel aanwezig was, stonden we samen op de gang en zei ze: ‘nu mag je dus niet meer de slaapkamer in, nu gaat je dochter het leren.’ Ik kon haar wel wat aandoen, maar durfde niks te zeggen.”

Maar het probleem met het negeren van die drang, is dat het vaak enorm veel schade aanricht – ook bij de moeder. Daar nam ik eerder deze podcast over op: ‘wat doet het met de moeder als ze een kindje laat huilen‘.

Steeds vaker hoor ik moeders die zélf in therapie zijn gegaan om te verwerken wat het met ze heeft gedaan als ze hun kindje in slaap hebben laten huilen. “Ik begon gewoon over te geven van paniek”, schreef een moeder me.

Wat zou je willen zeggen tegen je slaapcoach?

Omdat het laten huilen van een jong kindje vaak zoveel losmaakt in de moeder, willen moeders dat graag af kunnen sluiten.

Ik krijg dan ook vaak de vraag van moeders wat ze zouden kunnen zeggen tegen hun slaapcoach. Daarvoor heb ik onderstaande brief geschreven. Je mag hem uiteraard aanpassen.

Het is belangrijk je te beseffen dat de slaapcoach in kwestie er mogelijk niks mee zal doen. Ik nam al eens eerder een podcast op ‘hoe kan ik andere overtuigen van mijn visie‘ . Vaak is dat heel moeilijk, zo niet onmogelijk. Waarom dat is, leg ik uit in die podcast.

Lieve slaapcoach,

Een tijd geleden kwamen we bij je vanwege het slapen van ons kindje. We voelden ons wanhopig omdat het slapen niet zo goed verliep. We wilden hier graag hulp bij krijgen, zodat we de achterliggende oorzaken konden oplossen en ons kindje konden helpen om beter te slapen.

Omdat we niet goed wisten hoe we dat konden doen, wilden we graag samen met jou werken aan het slapen van ons kindje.

Helaas heeft dat nauwelijks gewerkt. We vonden het moeilijk om te horen welke stappen we ‘moesten’ zetten om het slapen van ons kindje te verbeteren. Vaak hebben we gedacht dat het noodzakelijk was om ons kindje alleen te laten slapen, alleen te laten huilen of te leren hoe hij zelf in slaap moest vallen.

Het traject ging moeizaam, omdat de vastgestelde tijden, schema’s en ritmes niet bleken te passen bij ons kindje. Ook wilden we ons kind eigenlijk niet in slaap laten huilen.

Toch kwamen we niet tot een betere oplossing tijdens het traject.

In de afgelopen periode hebben we ons verder verdiept in wat normaal slaapgedrag is bij jonge kinderen. Zo kwamen we erachter dat het heel normaal is om nog nachtvoedingen nodig te hebben. Ook leerden we dat een kindje neurologisch nog niet zover ontwikkeld is, dat hij zichzelf kan leren kalmeren.

Een kindje kan enkel leren om zich veilig te voelen en zichzelf te leren kalmeren, als dat dichtbij de verzorger of ouder is. Zolang een kindje neurologisch gezien nog niet zo ver ontwikkelt is dat hij zelf tot rust kan komen als hij angst of ongemak ervaart, is het heel normaal, belangrijk en gezond als je daar als ouders op reageert.

Als je kijkt naar wat een jong kindje nodig heeft om zich veilig en geliefd te voelen, dan hoort daarbij dat je als ouders responsief bent.

Een jong kindje heeft geen enkele andere mogelijkheid om te communiceren dan door te huilen. Als hij het warm of koud heeft, als hij honger heeft, als hij zich niet veilig voelt. Kennelijk is het idee van ‘gevoed en verschoond’ nogal achterhaalt, en heeft een kindje vele malen meer fysieke en emotionele behoeften waarop gereageerd mag worden.

Het belangrijkste wat we ontdekten, is dat het niet uitmaakt als we reageren op die behoeften. Het zorgt er niet voor dat ons kindje dan niet meer zonder ons kan slapen. Het zorgt er niet voor dat ons kindje nooit leert om zelf te slapen.

Buiten onze Westerse cultuur is het heel normaal om samen te slapen en nachtvoedingen te geven tot ver in het eerste of zelfs tweede levensjaar, en kindjes bouwen dit helemaal uit zichzelf af als zij daar klaar voor zijn.

Tot die tijd is het een heel normale, gezonde manier van slapen. Onderzoek laat zelfs zien dat het de emotionele en sociale ontwikkeling ten goede komt. Peuters die bij hun ouders mochten slapen ’s nachts, hadden bijvoorbeeld later minder last van nachtmerries en angst rond het slapen op latere leeftijd.

Ook leerden we dat het helemaal niet normaal is om door te slapen. Het is heel normaal dat kindjes nog wakker worden ’s nachts en dan even onze hulp nodig hebben om weer verder te slapen. We dachten dat we de enigen waren en dat we dat ‘probleem’ moesten oplossen, maar we ontdekten dat het heel erg gebruikelijk is.

Eigenlijk is het ook wel vreemd, want wij slapen ook graag naast degene waar we veel van houden. ’s Nachts moet ik ook nog naar het toilet. Soms schrik ik wakker uit een enge droom, en voel ik even of mijn partner er nog ligt – en dat kalmeert me dan. Ik heb soms ook nog dorst in de nacht, en dan neem ik een slok water. We verwachten veel meer van ons kindje, dan we van onszelf verwachten.

Met deze brief wilde ik je laten weten dat het ook anders kan. We hebben nu een manier gevonden die goed werkt voor ons, en die aansluit bij de behoeften van ons kindje.

Misschien vind je het vreemd dat we dit nog wilden laten weten, maar misschien helpt het je wel om te weten dat het slapen ook goedkomt als je ouders niet dwingt hun kindje te laten huilen.

Wellicht is het inzetten op educatie over normale ontwikkeling en normaal slaapgedrag wel een veel fijnere manier van werken, dan door ouders en kindjes te helpen iets te doen wat ze eigenlijk niet willen.

Met vriendelijke groet,

De ouders.