Positief ouderschap: geen time-outs, geen geschreeuw en geen tik op de vingers. Maar krijg je dan niet van de vervelende kinderen die alles mogen? Nee, zeker niet. Sterker nog: je krijgt kinderen die vanuit zichzelf graag het goede willen doen, in plaats van uit angst voor straf. Hierbij een overzicht hoe je kan beginnen met positief opvoeden.
Het maakt niet uit hoe oud je kind is: je kan altijd beginnen met positief opvoeden. Maar hoe?
>> Wat is positief opvoeden eigenlijk? Dat leg ik hier uit <<
1. Leer je eigen emoties kennen
Wat maakt je blij, wat maakt je kwaad? Weet je wat je regelmatig irriteert? Wat is het moment dat het je te veel wordt?
Als je inzicht krijgt in de antwoorden op deze vragen, merk je beter op op welk moment je boos wordt of geïrriteerd raakt door je kind. Je kan dan op tijd een stap terug doen voor een situatie escaleert en je je woede eruit gooit tegen je kind. Kalmeer als eerste jezelf! Er heeft namelijk niemand iets aan als je een grotere driftbui krijgt dan je kind.
Heeft je partner wel eens schreeuwend en woedend tegenover je gestaan? Dan weet je hoe lastig het is om goed te luisteren naar iemand die rood aangelopen tegen je staat te schreeuwen.
Prioriteit één van positief opvoeden is dus: erken waar je boos van wordt, en reageer die frustratie niet af op je kind.
Dat is fijn toch? Dat betekent dat positief opvoeden begint bij jezelf: en dat is in ieder geval iets waar je zèlf invloed op uit kan oefenen.
2. Reageer vanuit verbondenheid met je kind
Het kan lastig zijn om eerst verbinding te maken met je kind, voordat je corrigeert. Helemaal als hij de afgelopen minuten of uren het bloed onder je nagels vandaan haalt.
Probeer echter voor je reageert (zie ook weer stap één: kalmeer eerst jezelf) je het volgende af te vragen:
Creëer ik verbondenheid met mijn reactie, of zorg ik voor verwijdering tussen ons beiden?
Dat brengt ons gelijk bij stap drie, want daarmee kan je die verbondenheid creëren.
>> 14 manieren om tot het hart van je kind te spreken <<
3. Erken de gevoelens van je kind
Als je kind boos of verdrietig is, erken dan eerst dat gevoel. Benoem daarna de mogelijke reden. Dat zorgt er allereerst voor dat je jezelf dwingt om je in te leven in de wereld van je kind. Dat maakt het makkelijker om inlevend te reageren.
Anderzijds voel je kind zich begrepen en leert hij dat die overweldigende gevoelens gewoon een naam hebben. Woede kan je soms overvallen en meeslepen in de hitte van het moment. Voor je kleintje – die niet eens weet wat de naam is van de emotie – is dat overweldigend. Daarnaast weten wìj dat het moment van woede ook weer over zal zijn. Voor je kind is echter ‘nu’ het enige moment dat bestaat, en is woede dus ook het enige gevoel dat ze op dat moment voelen.
Door zijn gevoelens te benoemen, leert een kind dit te herkennen en kan hij leren hier op een constructieve manier mee om te gaan.
Een paar voorbeelden:
“Ik zie dat je heel verdrietig bent, je huilt heel hard. Je was graag nog even met je blokken blijven spelen. Maar het is nu tijd om te gaan eten.”
“Je bent heel boos omdat je geen snoep mag pakken. Ik zie dat je graag een snoepje wil.”
“Je wil graag je rode shirtje aan, ik zie dat je heel verdrietig bent omdat dat niet kan. Hij zit nog in de was.”
“Je bent heel boos omdat jij ook graag op de fiets wil spelen. Je broertje zit er nu even op.”
Eerst voelen deze reacties misschien nogal gekunsteld, maar je zal merken dat het je helpt om zelf ook rustiger te blijven. Voor ons stellen de bovenstaande problemen misschien niet veel voor, maar voor je kind is het wel degelijk een big deal als hij niet zijn ene rode shirtje aan kan. – En laten we eerlijk wezen, ook als volwassene kunnen we soms onredelijk teleurgesteld zijn als we merken dat ons favoriete kledingstuk nog in de was zit ;).
4. Stel grenzen – maar met empathie
Soms gebeuren er dingen die niet mogen. Onze kleintjes onderzoeken de hele wereld met groot enthousiasme, maar soms zijn hun keuzes onveilig of maken ze dingen stuk. Op de bank springen, op de muur tekenen, aan de kast hangen of blaadjes uit een boek scheuren: daar wil je direct op reageren.
Stel dan gelijk duidelijke grenzen aan het gedrag. Probeer dat inlevend te doen en niet direct kwaad te worden.
“Je vindt springen op de bank heel leuk. Toch mag je niet springen op de bank.”
“Ik zie dat je graag een tekening wil maken, maar je mag niet op de muur tekenen. Tekenen doen we op papier.
“Ik zie dat je blaadjes uit een boek scheurt. Boeken zijn niet om te scheuren, maar om te lezen.”
“Je bent heel boos, en daarom sla je je broertje. Handen zijn niet om mee te slaan. Je mag zeggen wat er aan de hand is.”
Het is geen probleem om grenzen te stellen. Sterker nog: grenzen stellen is ontzettend belangrijk.
Er is een goede kans dat je kleintje een driftbui krijgt als hij grenzen te horen krijgt. Stel je daarop in. Boos worden, verdrietig zijn of teleurgesteld zijn is heel normaal als je iets niet mag dat je graag wil.
Help je kind met deze emoties in plaats van hiervoor te straffen door een time-out (die niet werkt) of ze af te doen als aanstellerij of gezeur.
Door je kalmte, de verbondenheid en het benoemen van de emoties, leert je kind hier zelf goed mee om te gaan.
Veiligheid eerst
Slaat je kind, doet hij iets dat gevaarlijk is of gooit hij met spullen als hij boos is? Dan is de eerste prioriteit natuurlijk om te zorgen voor een veilige situatie. Doe dit vanuit liefde en niet vanuit woede.
Verlies jij je geduld en wil je slaan of schreeuwen uit frustratie? Haal je kind direct uit de onveilige situatie. Neem daarna eerst zelf een stap terug en geef jezelf een time out tot je kalm bent.
Zeg bijvoorbeeld: “Ik ben te boos om hier nu over te praten. Ik kom zo bij je zitten.” Dat is niet jezelf gewonnen geven: dat is het goede voorbeeld geven door niet vanuit boosheid te handelen.
Hoe harder je schreeuwt, hoe minder je kind hoort van wat je zegt. Als iemand tegen je staat te schreeuwen als een bezetene, ben je waarschijnlijk vooral bang of word je zelf ook boos. Dat is geen situatie waarin iemand iets leert of beter wil luisteren.
Positief opvoeden: beginnen maar!
Je bent zo ver! Je hebt de vier stappen in handen om rustig te beginnen met positief opvoeden. Als je hebt gelezen over waarom positief opvoeden werkt en je weet waarom je het doet, is de motivatie het grootst het vol te houden.
Een aantal leuke en handige dingen om mee te beginnen leg ik uit in de volgende posts:
Zeg eens wat vaker ja! Vaker ja zeggen, zorgt voor een positieve balans in je relatie met je kind. Als je luistert naar de wensen van je kind en daarin tegemoet kan komen, is hij ook enthousiaster aan jouw verzoeken te voldoen.
Zie je kind als een kleine onderzoeker in een witte, lange jas. Veel van de ‘stoute’ of vervelende dingen die een peuter doet, komen voort uit een oneindige nieuwsgierigheid naar alles om hem heen.
Redenen waarom een peuter een driftbui krijgt helpen je om je goed in te leven in de wereld van je peuter. Dat helpt om inlevend te reageren als je merkt dat je boos wordt.
Daarnaast kan je ook goed kijken naar je eigen reactie op de driftbui van je kind. Vaak is die bepalend voor het verdere verloop van de driftbui. Door goed je eigen reactie te bepalen, kan je voorkomen dat het escaleert.