“Ik ben bang dat mijn kindje oververmoeid is”, is een opmerking die ik vaak krijg. Oververmoeidheid zou er namelijk voor zorgen dat je kindje een ontwikkelingsachterstand oploopt. Ook zou al het slapen steeds moeizamer gaan: korte blokjes ’s nachts, korte dutjes en vroeg weer wakker. Bij een oververmoeid kindje zou het naar bed brengen ook een enorme strijd zijn. Maar… wat is hiervan waar? Hoe zit het precies met oververmoeidheid?

Wat is oververmoeidheid bij een baby of jong kindje?

Om goed te slapen spelen er verschillende hormonen mee. Ik leg ze zeer kort uit. (Dit is dus niet volledig, maar wel wat relevant is voor oververmoeidheid).

Het eerste hormoon is melatonine. Dit hormoon maakt (onder andere) dat je ’s avonds in slaap valt en doorslaapt. Als je melatonineproductie op pijl is, maakt dit het slapen veel makkelijker.

Het tweede hormoon is cortisol. Cortisol is een stresshormoon. Cortisol en melatonine zijn een soort wipwap: als het één aanwezig is in het bloed, is het andere niet aanwezig. Ze houden elkaar in balans.

Het derde hormoon is adenosine. Dit wordt ook wel slaapdruk genoemd. Voor een volwassene neemt de slaapdruk gedurende de dag toe, en ’s avonds loopt de melatonine op en neemt de cortisol af. Door die mix van hormonen, kan je goed in slaap vallen en diep doorslapen.

Jonge kinderen volgen dit ritme ook, maar hebben overdag telkens hoger oplopende slaapdruk en verlichten deze door verschillende dutjes.

Slaapdruk (adenosine) wil je namelijk niet te hoog laten oplopen. Als er teveel adenosine aanwezig is, schiet de cortisol omhoog. Het slapen wordt dan veel moeilijker: hoog stresshormoon = niet kunnen slapen.

Oververmoeidheid gebeurt dus wanneer er sprake is van teveel slaapdruk, waardoor het lichaam cortisol gaat aanmaken. Dat remt, op zijn beurt, weer de aanmaak van melatonine. Hierdoor wordt in slaap vallen lastiger, maar vooral doorslapen en langer slapen wordt moeilijk.

Wat zijn de gevolgen van oververmoeidheid?

De gevolgen van oververmoeidheid zijn divers. Wat je vaak ziet, zijn kindjes die

  • elke 30 minuten wakker worden in het begin van de nacht (vanaf bedtijd tot ongeveer 3 á 4 uur erna)
  • elke anderhalf uur wakker worden
  • erg vroeg aan de dag beginnen, omdat de cortisolspiegel snel oploopt in de vroege ochtend
  • overdag korte dutjes doen en
  • overdag jengelig gedrag vertonen.

Het slapen wordt steeds lastiger, en het lijkt alsof je in een vicieuze cirkel belandt.

Er speelt meer mee waardoor de hormoonbalans verstoord wordt

Maar nu het échte probleem.

Een kindje kan om veel redenen een disbalans in de hormonen krijgen, en dat hoeft niet alleen te komen door je kindje te laat in bed te leggen.

Zo kan gebeuren dat je kindje eczeem heeft, waardoor je mogelijk smeert met cortisol crème, wat uiteraard een directe uitwerking heeft op de melatonine.

Daarnaast verwachten we dat kindjes tussen 6 en 8 ’s avonds diep in slaap zijn voor de nacht. Voor veel kindjes is dit echter te vroeg, waardoor ze nog onvoldoende melatonine hebben aangemaakt, ofwel doordat het buiten nog licht is, of omdat er binnenshuis felle verlichting wordt gebruikt.

Bij een tekort aan melatonine, is er de kans op veel valse starts en moeilijk inslapen. Zo kan een kindje dan prima even slapen (vanwege de opgelopen slaapdruk), maar is hij nog niet klaar om een hele nacht te slapen.

Je interpreteert dan zijn gedrag als ‘oververmoeidheid’, terwijl het kindje gewoon te vroeg in bed ligt

Overprikkeling en onververmoeidheid

Veel signalen van oververmoeidheid, zoals het huilen, jengelen, wegdraaien en overstrekken, zijn ook signalen die een kindje geeft bij overprikkeling. Een kindje zoekt dan co-regulatie en niet perse zijn bedje.

Terwijl hij met zijn signalen aangeeft jouw hulp voor co-regulatie nodig te hebben, probeer jij je kindje snel in bed te leggen – terwijl hij niet moe, maar overprikkeld is. Dit kan weer zorgen voor gedrag dat je dan interpreteert als oververmoeidheid: je kindje verzet zich tegen zijn bedje en het slapen.

Hierdoor raak je weer verder in paniek en vrees je dat je kindje nu helemaal oververmoeid is. De kans bestaat dat je steeds banger wordt voor oververmoeidheid door het verkeerd inschatten van de signalen.

Daarnaast kan het zorgen dat je kindje telkens te vroeg in bed gaat. Omdat je bang bent dat je kindje moe is, leg je je kindje telkens niet moe genoeg in bed. Hierdoor eindig je in dezelfde strijd als bij oververmoeidheid: je kindje verzet zit met hand en tand tegen het slapen (daargelaten dat kindjes sowieso niet graag in een ledikantje liggen/alleen in slaap vallen).

Wakker maar slaperig in bed leggen.

Sommige boeken maken je wijs dat je kindje zelf in slaap kan vallen als je het op de juiste tijd ‘wakker maar slaperig’ in bed legt. Dit is niet juist. Veel kindjes verzetten zich niet eens tegen de slaap, maar wel tegen het alleen in een bedje liggen of alleen in slaap moeten vallen.

Ook hier is dan geen sprake van kwade wil of oververmoeidheid, maar van normaal babygedrag: een kindje wil graag daar slapen waar het veilig voelt. En dat ben jij, lieve mama.

Normaal slaapgedrag

Veel andere slaappatronen zijn ook heel normaal, en niet het gevolg van oververmoeidheid. Ik nam al eens de podcast op ‘De Westerse kijk op slapen tegenover het biologisch normale slapen: wat is normaal?‘ Hierin leg ik uit wat normaal slaapgedrag is.

Elke twee uur wakker worden, bij het krieken van de dag op willen staan, dutjes van 30 minuten en niet alleen in slaap vallen zijn heel normaal slaapgedrag in de eerste jaren. Geen oververmoeid kindje, maar normaal slaapgedrag dus.

Daarnaast verwachten van een jong kindje vaak veel meer slaap dan ze daadwerkelijk nodig hebben. Waar de standaard boeken ’12 uur ’s nachts en 3 flinke dutjes overdag’ zeggen, zegt wetenschappelijk onderzoek: alles tussen de 9 en 18 uur per etmaal is normaal: kijk naar je unieke kindje’.

Jouw oververmoeidheid is niet de oververmoeidheid van je kindje

Als laatste is het belangrijk je te beseffen: jouw oververmoeidheid is niet de oververmoeidheid van je kindje. In normale situaties, komen kinderen wel aan de slaap die ze nodig hebben. Waarschijnlijk ben jij gesloopt als je kindje ’s nachts elke 2 uur komt en ’s avonds pas om 10 uur gaat slapen, maar je kindje niet.

Vraag jezelf dan af: ‘groeit hij goed, is hij vrolijk en ontwikkelt hij goed?’ Als alledrie de antwoorden ja zijn, dan is je kindje waarschijnlijk niet oververmoeid.

Zorg er dan voor dat jij aan je rust komt, zodat je het (normale) slaapgedrag van je kindje ook kan dragen, en leer alles over wat normaal is qua slapen, zoals bijvoorbeeld in de online cursus Beter Slapen Vanuit Verbinding.

Als je kindje écht oververmoeid is

Mogelijk lees je dit en denk je: ja, die van mij is dus écht oververmoeid! Dat kan – het bestaat heus. Help je kindje dan zoveel mogelijk om aan de slaap te komen die er nodig is. Knuffel, kroel, draag, slaap samen: zorg ervoor dat je een omgeving voor je kindje schept waarin hij goed en lang kan slapen als hij dat nodig heeft.

De kans is groot dat je zo binnen een dag of twee weer op de rit bent.

En speelt er iets anders mee waardoor je kindje telkens in een stressmodus blijft zitten, los dat probleem dan op. Zoals reflux, een intolerantie of allergie, een pijnlijk punt in de nek of een niet verwerkt trauma. Al deze zaken kunnen het lijfje van een kindje in staat van stress brengen, waardoor het slapen moeilijker gaat.

Maar ook hier geldt: je kindje dan maar eerder en sneller in bed leggen, is geen enkele oplossing op dat moment.

En ben je eraan toe meer te leren over het slapen van je kindje? Kijk dan onder deze blog hoe ik je kan helpen door één-op-één-coaching, de online cursus of het gratis e-book.