Angst voor het donker en angst voor de nacht: veel kinderen krijgen hiermee te maken. Je kan natuurlijk laconiek zeggen: ‘kijk, er zit niks in je kast’, maar vaak helpt dat weinig. Wat is er aan de hand? Hoe kan je je kindje helpen minder bang te zijn voor de nacht?

Angst voor de nacht is een universele angst. Geen wonder: in het donker lagen de roofdieren en vijanden op de loer om aan te vallen.

Hoewel dat tegenwoordig niet meer zo is in onze stevige huizen met veilige sloten, zijn kindjes nog gezegend met hun instinct: ‘het donker is eng, laat me niet alleen!’ Ik leg je uit wat je kan doen om je kindje te helpen.

Nachtangst: heel normaal

Om te beginnen: het is heel normaal om bang te zijn voor het donker en voor de nacht. Een studie uit 2001 laat zien dat maar liefst 73% van de kinderen tussen 4 en 12 jaar hier last van heeft (Muris et al 2001).

Waarom? Mogelijk omdat het tot voor kort heel normaal was om samen te slapen. De nacht is donker en gevaarlijk, en kinderen zijn extra kwetsbaar als ze alleen werden gelaten. Tot voor kort betekende een nacht in je eentje een vrij zekere dood.

Kindjes hebben een ingebouwd instinct om hun eigen overleven te verzekeren: door dichtbij de groep te blijven.

Daarnaast hebben veel kinderen moeite om fantasie en realiteit te scheiden (Zisenwine ea, 2012). Als je bedenkt dat jonge kinderen tegenwoordig allemaal zien op televisie, Youtube en reclames, is het niet gek dat beangstigende beelden hun plagen in het donker.

Wat kan je doen om je kindje te helpen?

Slaap samen met je kindje

Uit een grote studie onder 900 kinderen in Quebec, bleek dat de kinderen die als peuter bij hun ouders mochten slapen, veel minder nachtmerries hadden op een later punt in hun leven. Als je kindje zeker weet dat hij niet alleen is, zal dat al een heel stuk helpen om beter en rustiger te gaan slapen. Het overlevingsinstinct wordt dan minder getriggerd.

Het betekent mogelijk dat het samen slapen met je jonge kind ervoor zorgt dat ze dus op de lange termijn minder moeilijk slapen.

Erken de angst

Wat geeft je een beter gevoel: iemand die je angst afdoet als belachelijk, of iemand die je angst erkent en je handvatten geeft om ermee om te gaan?

Waarschijnlijk het tweede. Je kán in theorie de angst van je kindje wegwuiven, maar voor je kindje is het donker wel degelijk een reële dreiging. Door te erkennen dat het eng en spannend is, geef je je kind al het gevoel dat hij geen sukkel is, maar dat hij begrepen en gezien wordt.

Alleen al dat kan een kind zoveel kracht geven, dat hij er beter mee om kan gaan.

Geef je kind een pop of knuffel

Geef je kind iemand om voor te zorgen. Als je kindje iemand krijgt om voor te zorgen, zie je dat ze zich vaak ‘stoerder’ gaan gedragen. Ze zijn dan zo bezig met het goed zorgen voor iemand anders, dat ze hun angst beter kunnen relativeren.

Vaak zie je ook dat de angst een stuk minder wordt als er een broertje of zusje bij hun op de kamer komt te slapen. Dit kan enerzijds te maken hebben met het niet langer alleen zijn, en anderzijds met het mogen zorgen voor iemand anders.

Maak monsterspray

Maak een monsterspray die je in de kamer sprayt voor het slapen. Bij voorkeur gebruik je een spray met etherische lavendelolie: deze geur kalmeert en helpt om goed te gaan slapen.

Je bevestigt daarmee niet dat de monsters inderdaad bestaan, maar wél dat ze er niet zijn. Dat geeft een kindje veel rust om beter te gaan slapen.

Als je bedenkt dat kinderen rond hun achtste jaar nog lang niet altijd fantasie en realiteit kunnen onderscheiden, is het niet erg om ze te helpen hun angst aan te pakken in plaats van te zeggen dat monsters niet bestaan.

Gebruik een klein rood nachtlampje

Je kan ook kijken of je je kindje kan helpen met een rood nachtlampje. Andere lampjes zijn sterk af te raden, omdat ze de aanmaak van melatonine remmen. Meer daarover leg ik hier uit.

Let erop dat je een lampje handig neerzet: enge, lange schaduwen kunnen de angst juist aanwakkeren in plaats van af laten nemen.

Let op wat er binnenkomt

Televisie, tablets en telefoons zijn maar al te vaak binnen handbereik van jonge kinderen. Alleen al de reclames die voor een Youtubefilmpje zitten, kunnen volwassenen soms nog nachtmerries bezorgen. Een kindje dat fictie nog niet kan herkennen, kan deze dingen opslaan alsof het waarheid is.

Let daarom alsjeblieft op wat je je kindje laat kijken. Helaas is ook op scholen digitaal onderwijs steeds normaler. Ik kan helaas legio voorbeelden noemen van wat mijn dochter van acht in de afgelopen jaren heeft gezien op school door onoplettendheid van de docenten. Van de doodenge clown uit IT tot hele speelfilms over heksen: het komt allemaal binnen en wordt ’s nachts verwerkt.

Merk je dat je kindje veel worstelt met nachtmerries en nachtangst, dan kan het waardevol zijn hier het gesprek aan te gaan.

Reële angst

Overigens blijkt uit onderzoek dat veel ouders niet weten dat hun kindje worstelt met nachtangst en nachtmerries. Probeer het gesprek open te houden door het niet weg te wuiven of af te doen als een kinderlijke angst. Ook volwassenen gaan soms gebukt onder de last van nachtmerries.

Hoe meer je de oorzaak aanpakt, hoe beter je je kindje kan helpen weer het vertrouwen terug te krijgen.

Besef je vooral dat de angsten voor je kind vaak reëel zijn en een afspiegeling vormen van de dag. Hoe beter je je kindje daarmee kan helpen, hoe rustiger de nachten weer worden.

Daarbij is het geen schande om je kind de veiligheid te bieden die het zoekt: namelijk dichtbij jou. Daar willen ze echt weer weg als ze groter zijn.