“Mag ik de plantjes water geven?” Nee. “Mag ik aan de stoel likken?” Nee?! “Mag ik met het scheermesje mijn haren scheren?” Uh… Nee! Nee, nee en nog eens nee. Kinderen mogen bijna niks, zo lijkt het. En dat terwijl ze gewoon heel enthousiast zijn om van alles te proberen en de grenzen testen die je stelt. Hoe kan je van je ‘nee’ een ‘ja’ maken?

Toegegeven: er is niks zo vervelend als een peuter die niet luistert. Het kan je het bloed onder je nagels vandaan halen en je geduld verliezen. Toch is je kleintje vaak niets anders aan het doen dan onderzoeken wat er gebeurt als hij iets doet: hoe reageert mama als je nog eens je lepel op de grond gooit? Wat gebeurt er met een rol wc-papier als je die helemaal in de wc afrolt? (Echt, heb je wel eens meegekeken? Dat is best bijzonder: een enorme bult papier die wegsmelt in het water.)

Maar ‘nee’-zeggen kan zorgen voor een vervelende balans in je relatie met je kind: jij de politieagent, hij het slachtoffer dat nooit eens iets mag. En als dat gevoel ontstaat, krijg je een kind dat vaker ‘nee’ gaat brullen, al was het maar om ook een gevoel van macht te proeven. En dan krijg je ook nog eens een leuke driftbui voor je kiezen.

Om vervolgens weer de situatie in de hand te krijgen, zal je nog vaker nee zeggen. Je komt in een negatieve spiraal terecht waar je allebei niets aan hebt.

Bovendien: als je altijd maar nee zegt, is je nee ook minder belangrijk. Een kind dat altijd nee hoort op elk verzoek merkt niet meer het verschil tussen een ‘nee’ op een onzinnige, kleine vraag en een belangrijke nee als ‘niet die fles badschuim leegdrinken!’

Hoe kan je al die keren dat je nee zegt, er ‘ja’ van maken?

1. Vraag jezelf af: waarom zeg je nee?

Merk je dat je regelmatig nee zegt tegen je kind? Vraag je eens af waarom. Vaak is mijn eerste reactie ‘nee’ voordat ik er over na heb gedacht. Als we klaar staan om te gaan wandelen, vraag mijn peuter: ‘mama, mag ik op mijn loopfiets?’ en ik flap er een nee uit voor ik heb nagedacht over de vraag. Terwijl… als zij fietst gaan we sneller, heeft zij er meer plezier in en draalt ze niet bij elk steentje dat ze ziet op de grond.

Vaak reageren we al met nee voordat we hebben nagedacht. Hou je nee eens in, en denk erover na. Je zal merken dat je vaker met ja kan reageren dan je verwacht.

2. Vermijd nee in de zin als je wel nee zegt

Als je kind iets doet wat hij niet mag doen, reageren we ook vaak met een nee, om vervolgens de regel te vertellen. Dat heeft twee nadelen.

Eén: je kind hoort een nee, waardoor hij zich betuttelt voelt.
Twee: dikke kans dat je kind al weet dat het niet mag.

Kortom: je vertelt niks nieuws. Draai een zin om en maak er eens een ja van.

Je kind staat op de bank te springen alsof het een trampoline is. De eerste reactie is ‘nee, niet op de bank springen!’. Je reactie zonder nee kan ook eenvoudig. ‘Ik zie dat je een hoop energie hebt, laten we iets gaan doen waar je actief kunt spelen. De bank is namelijk om op te zitten.’

Of je kind staat voor de zoveelste keer aarde uit de plantenbak te scheppen. De eerste reactie is ‘nee, niet in de plantenbak graven!’. Je reactie zonder nee ziet er ongeveer zo uit: ‘ik zie dat je graag wil graven. De zandbak is om met een schep in te spelen. Kom maar even mee’.

In deze zinnen zeg je exact hetzelfde, maar je kind voelt zich begrepen, je vermijdt een nee en een ontkenning in de zin, en je draait het om naar iets positiefs.

3. Draai je nee eens om in een ja

Ik sta te koken en de kinderen komen zeurend de keuken in. ‘Mama, ik heb honger, mag ik een snoepje?’ Een positieve reactie kan dan zijn: ‘ik hoor dat je trek hebt, maar we gaan bijna eten. Je mag wel alvast wat van de wortel snoepen.’ Zo voorkom je dat je het komende half uur tussen een roedel hongerige wolven probeert te koken, en ze krijgen groente binnen. Hoe erg is dat nou?

Er zijn natuurlijk ook situaties waarbij je het gevoel hebt dat je eigenlijk geen ja kan zeggen. Je kind wil graag naar de speeltuin, jij zit net op je knieën om te dweilen. Dat kan er zo uit zien:

‘Mama, ik wil graag naar de speeltuin, mag dat?’
‘Ik ben nu bezig met dweilen, maar ik vind het een heel leuk idee. Zullen we vanmiddag gaan?’

Als er in de vraag een kans zit dat je een ‘ja’ kan antwoorden, doe dat dan. Het is niet erg als je ja betekent dat het later gebeurt. Zolang je je belofte na komt, is een uitgestelde ja altijd beter dan een directe nee.

4. Zeg ja onder voorwaarden

Wil je kind iets, maar moet er eerst iets anders gebeuren? Ook dan kan je met ja antwoorden. Een paar voorbeelden.

Vraag: ‘Mama, mag ik met de blokken spelen?’
Nee-antwoord: ‘Nee, je mag niet iets nieuws pakken als je al ergens mee speelt.’
Ja-antwoord: ‘Ja, maar dan moeten we eerst even opruimen waar je nu mee speelt.’

Vraag: ‘Mama, mag ik muziek aanzetten?’
Nee-antwoord: ‘Nee, je weet dat we eerst aankleden en klaarmaken voor school.’
Ja-antwoord: ‘Ja, maar dan moet je wel alvast aangekleed zijn en je tas hebben ingepakt. Daarna kan je even dansen.’

Zo kan je met een antwoord dat eigenlijk ‘nee’ betekent, toch je kind tegemoet komen. Grote kans dat de motivatie om op te ruimen of aan te kleden ook groter is als ze weten dat daarmee hun wens uitkomt.

5. Speel een ja-situatie na

Soms is het antwoord op een vraag gewoon nee, en weet je ook niet wanneer je wel ‘ja’ op een verzoek kan zeggen. Je kan dus geen voorwaarden stellen, je kan er geen ja van maken, en je kan niet in je antwoord zeggen dat het later wel mag. Wat doe je dan?

Zeg ja op een creatieve manier. Van de week was het redelijk warm buiten, en de vraag die we steevast kunnen verwachten na het eten is: ‘mag ik een ijsje?’ En het antwoord is negen van de tien keer een nee. We hebben geen ijs, we willen geen ijs, we hebben genoeg gegeten, enzovoorts.

De teleurstelling is op zo’n moment altijd groot, maar toch blijft onze peuter het elke avond proberen: ‘mogen we nu een ijsje mama?’ Deze keer besloot ik niet direct nee te zeggen, maar ik rende naar buiten, naar de zandbak. Daarin liggen ijsjes die ze altijd voor ons klaarmaakt, en vaak smullen we van de zand-ijsjes als de zon schijnt.

In de zandbak pakte ik de ijsjes, schepte ze vol met zand en riep naar binnen. ‘Kom eens kijken, ik heb heerlijke ijsjes gemaakt!’ Ze vloog naar buiten en begon te stralen. ‘Papa, kom eens kijken, we gaan een ijsje eten!’
En zo zaten we na het eten allemaal aan een zand-ijsje. Dat het niet een echt ijsje was, deed er niet eens meer toe.

Zo is het vaker mogelijk om een situatie met een ja te spelen, zonder dat je daadwerkelijk ja zegt. En dat brengt ons bij het volgende punt…

6. Blijft je nee een nee? Laat zien dat je je kind wel hoort

Soms is het voor een kind vooral belangrijk dat zijn vraag gehoord wordt. Stel je voor dat je graag een loonsverhoging wil. Je verzamelt al je moed, stapt naar je baas en legt uit waarom je vindt dat je wel eens wat meer mag krijgen.

Je baas heeft echter geen mogelijkheid op dat moment om je een salarisverhoging te geven. Stel dat hij opstaat, ‘nee, absoluut niet!’ roept, en wegloopt! Ik weet niet hoe ik op dat moment zou reageren, maar ik vermoed dat ik boos, gekwetst en misschien zelfs beschaamd zou zijn. Dikke kans dat mijn motivatie om mijn werk te doen ook zou afnemen. ‘Als hij me niet meer wil betalen, dan hoef ik ook niet alles perfect te doen hier.’

De situatie zou heel anders zijn geweest als mijn baas inlevend had gereageerd. ‘Ik begrijp dat je graag een loonsverhoging wil, en we zijn erg blij met het werk dat je doet. Het is alleen momenteel niet mogelijk om dit te doen.’ Hij hoeft je niet eens perse een reden te geven, maar het kan zijn dat de salarissen alleen in januari verhoogt worden, of het bedrijf minder winst maakt dan verwacht.

Als iemand je vraag reflecteert en daarvoor begrip opbrengt, voel je je gehoord. Een nee is dan nog steeds vervelend, maar in ieder geval niet ontmoedigend of – in het ergste geval – beschamend.

Zo ook voor je kind. We reageren (zie punt één) zo vaak direct met nee, dat we niet eens meer de moeite nemen om goed te luisteren wat er gevraagd wordt.

Grenzen stellen en nee zeggen

Je nee omzetten in een ja, betekent niet dat je je kind altijd zijn zin geeft. Er blijven situaties dat nee absoluut nodig is. Een kind dat bovenop de boekenkast zit is gevaarlijk, en andere kinderen slaan is absoluut een nee.

Het kan gebeuren dat je kind heel erg teleurgesteld is als hij nee hoort. En dat mag. Misschien moet je zelf soms ook wel eens slikken als je een nee terugkrijgt van je partner, baas of zelfs je eigen kind.

Het is niet je taak om je kind te behoeden voor teleurstellingen en ten alle tijde nee te vermijden. Maar wat je wel kan doen, is je kind helpen om met teleurstellingen om te gaan. Zoals ik al eerder schreef: kleine kinderen met grote emoties kunnen gerust in een flinke driftbui uitbarsten.

Het is belangrijk om je kind niet te straffen voor de lastige emoties die hij kan voelen als hij een nee hoort. Neem hem bij je, erken de gevoelens van boosheid en verdriet en help hem daarmee om te gaan. Meer daarover leg ik uit in ‘alternatieven voor een time-out‘.