Als we een kind horen huilen, is onze eerste reactie om het zo snel mogelijk stil te krijgen. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor de buurvrouw die het kan horen. Of die moeder verderop in de speeltuin die schuine blikken op je werpt. Of gewoon, omdat je zelf doodmoe bent en er geen geduld voor hebt. Het is moeilijk geduld op te brengen, als je het gevoel hebt dat iedereen kritisch kijkt en luistert wat je doet. 

We stonden in een klein souvenir-winkeltje en het was de laatste winkel die we in moesten. Met moeite hield ik mijn dochter bij me: met rode wangetjes en aan haar oortje trekkend van vermoeidheid, probeerde ze weg te lopen. Toen viel haar oog op een ansichtkaart met aapjes. Vanaf dat moment begon het krijsen, hing ze aan mijn hand, trekkend, schreeuwend, huilend: ze moest en zou die kaart. Met rode wangen van schaamte liep ik met haar de winkel uit en zette haar vast in de auto, wachtend op mijn man die afrekende.

Rond bedtijd was het zover: mijn zoontje begon te huilen. Eerst zacht snikkend, maar steeds iets harder. Zijn kleding moest uit, zijn luier moest om, zijn tandjes snel gepoetst. En het zachte snikken ging over in hartverscheurend krijsen. Twintig minuten lang. Ik keek met een schuin oog naar het open raam: wat zouden ze wel niet denken in de buurt? Dadelijk denken ze dat we hem pijn doen, of hem alleen laten huilen!?

>> Lees ook: Waarom heeft mijn peuter driftbuien? <<

Huilen: sociaal niet echt geaccepteerd

Huilen is niet bepaald… sociaal geaccepteerd.

En laten we eerlijk zijn: als we met twee krijsende kinderen door de supermarkt lopen, maakt een lichte schaamte zich ons van ons meester.

Daarnaast hebben we allemaal een mening over huilen. Kijk maar eens welke gedachten of opmerkingen je herkent als het gaat om huilen van een kind:

  • Het valt wel mee, stil maar.
  • Rustig maar, het komt wel goed.
  • Je stelt je aan, dus hou je mond.
  • Je hebt het er zelf naar gemaakt, dus denk er niet aan om nu te gaan huilen
  • Hou je mond, er is niks aan de hand.

Ze klinken nu misschien hard, maar ik denk dat iedereen wel eens zo’n opmerking maakt tegen zijn kind. Na twee waarschuwingen tòch springen van die te hoge tree en zich bezeren: ‘je hebt het er zelf naar gemaakt’.

Of als je het brood verkeerd hebt gesneden: ‘hou je mond, er is niks aan de hand.’ En als een kindje valt, maar je amper een schaafplekje ziet? ‘Het valt wel mee, stil maar’.

Soms zijn de opmerkingen minder liefdevol dan hierboven. Dan snauwen we enkel ‘als je nou niet ophoudt met huilen, ga je dat maar op je kamer doen’. Opmerkingen die vooral ingegeven zijn door de gedachte dat huilen niet kan of mag.

Want huilen… dat hoort niet. Huilen is zwak, overdreven, theatraal, een teken van falen of onkunde. Bij volwassenen, maar ook al bij kinderen.

>> Lees ook: Je eigen reactie tijdens de driftbui van je kind <<

Maar huilen hoort erbij!

Huilen. Hoort. Erbij. Echt waar. Ik kan het niet genoeg benadrukken, het hóórt erbij. Kinderen huilen, en dat is nou eenmaal zo.

Ze huilen omdat ze soms schrikken – als ze hun voetje verkeerd zetten en vallen. Ze schrikken van een grote hond, een harde knal, een struikelpartij.

Ze huilen omdat ze moe zijn, kapot zijn, gesloopt zijn. Ze huilen omdat ze zó boos zijn dat ze alleen nog maar kunnen huilen. Ze huilen omdat ze honger hebben en niet de woorden kennen om het duidelijk te maken.

Ze huilen omdat ze zich zo verdraaid eenzaam voelen als je weg bent geweest – al is het maar naar de wc. Ze huilen omdat ze bang zijn dat je niet terugkomt. Ze huilen omdat ze geen idee hebben dat je nog bestaat als je de hoek omloopt. Ze huilen van opluchting omdat je er weer bent.

Ze huilen omdat ze zijn getreiterd op school en ze niet weten hoe dat nare gevoel heet dat zich in hun maag samenbalt. Ze huilen omdat de juf is uitgevallen tegen een ander kindje. Ze huilen omdat ze zich schaamden toen ze in de broek plasten, en het niet durfden te zeggen.

Ze huilen omdat frustratie de overhand krijgt en iets voor de zesde keer niet lukt – of het nou kruipen of fietsen of lezen is. Ze huilen van woede omdat nu wéér iets wordt afgepakt.

En al die keren dat je kind zich niet veilig genoeg voelde om op het moment dat het gebeurt te huilen, komen de tranen later. Als je kind getreiterd wordt op school, huilt het vaak thuis pas. Als je kleintje je mist bij de gastouder en bang is dat je nooit meer komt, komen die tranen ’s avonds in jouw armen.

Soms stapelen dingen zich op die zich ontladen in een huilbui: schrikken van de hond, een gebroken koekje en die struikelpartij over de drempel. En alles bij elkaar is het genoeg om te huilen – onbedaarlijk te huilen. Het kan best zijn dat de huilbui volgt op een minimaal foutje zoals een verkeerd gesneden appel. Maar alles wat dan hoog zit, komt los.

En dat hoort erbij.

Huilen heelt

Die tranen, die helpen je kindje. Die tranen helen je kindje. Want in die tranen zit alle spanning, alle angst. Letterlijk, want tranen bevatten stresshormonen. Dus alle dingen die je kindje niet in woorden kan uitdrukken, perst hij eruit in zijn tranen.

In tranen zit het stresshormoon cortisol. Je kind huilt letterlijk de spanning uit zijn lijfje.

Gelukkig maar, want anders bleef dat allemaal in dat lijfje opgeslagen.

En als moeder mag je ook dan luisteren naar je kindje. Soms roepen we eroverheen: ‘Gebruik je woorden om het te zeggen!’, maar vaak kan een kind dat huilt dat helemaal niet. Ook niet als ze al vier of zes jaar oud zijn.

Sterker nog: als volwassenen zijn er nog steeds momenten dat tranen of een driftbui de enige manier is om jezelf uit te drukken.

Dus pak je kindje vast, hou hem tegen je aan, en laat die tranen maar komen. Fluister dat het goed is dat hij alles eruit gooit, en laat hem niet alleen. Hij heeft je bescherming hard nodig als hij huilt, dus koester hem, geef hem je warmte en laat hem weten dat hij ook veilig is als hij zulke moeilijke dingen voelt.

Laat maar huilen

Dus mama, laat maar huilen. Dat kindje van je buurvrouw, die kinderen in de supermarkt: laat maar huilen – dat is niet jouw probleem.

En je eigen kindje: laat maar huilen. Geef je kleintje de kans om tranen te huilen over alles waar hij tegenaan liep, om te huilen over dingen waar hij bang voor is. Soms weten we niet waarom onze kinderen huilen (soms weten we niet eens waarom we zelf huilen), maar houdt ze vast, en laat ze huilen. Je hoeft het huilen niet te stoppen. Je hoeft het alleen maar te accepteren.

Wat maakt het nou uit dat iemand anders er een mening over heeft? De enige die op dat moment jouw goedkeuring en je liefde nodig heeft, is je kleintje. Dus maak je niet druk om wat een ander vindt. Hou je kleine, huilende monstertje vast en laat hem alle frustraties en angsten eruit gooien.

En probeer dan de volgende keer dat je andere moeder ziet worstelen met haar huilende kind een glimlach toe te werpen. Het hoort erbij en gaat vanzelf weer over.

>> Lees ook: Waarom een baby niet kan manipuleren <<