In onze cultuur hebben we behoorlijk wat verwachtingen over hoe een kindje moet slapen. Ze moeten doorslapen, in hun eigen bed en eigen kamer, en ze moeten leren om zelf in slaap te vallen. Als je echter denkt dat jij de schone taak hebt dit aan je kindje te leren, kan het slapen al snel een slagveld worden.

Verwachtingen versus realiteit

We verwachten dat een kindje met vier, hooguit zes maandjes doorslaapt. In zijn eigen kamertje, en dat hij daar ook nog zelf in slaap kan vallen. Maar deze verwachtingen zijn mijlenver verwijderd van de realiteit waar veel ouders in terecht komen.

Een kindje slaapt vaak niet door tot hij een jaar of twee á drie is. Daarna zijn vaak ook nog wakker tussendoor, maar kunnen ze zelf hun ongemak oplossen, zoals het rechttrekken van hun deken.

Daarnaast hebben kinderen vaak de bevestiging nodig van de ouder dat ze veilig zijn. Ze leren dat jij er voor ze bent, juist doordat je reageert.

Ook hebben we het idee dat we een jong kindje moeten leren slapen. Dat is echter niet juist: ze slapen al in de baarmoeder, en dat kunnen ze daarbuiten ook. Wij kunnen, als ouders, alleen maar goede omstandigheden scheppen waar een kindje goed in kan slapen.

Als laatste hoor je vaak dat je je kindje moet leren om zichzelf te kalmeren. Dat zou je kunnen doen door hem alleen in een kamer en zijn bedje te leggen. Door hem alleen te laten, leert hij zichzelf te kalmeren. Die gedachte klopt niet: kindjes leren alleen zichzelf te kalmeren door zogeheten co-regulatie. Dat betekent dat ze iemand nodig hebben die ze voordoet hoe ze weer kalm kunnen worden.

Wat kindjes wel doen

Zeker de eerste jaren leren ze zichzelf kalmeren dat door onder andere lichaamscontact en nabijheid van een liefdevolle, responsieve ouder. Maar het eigen maken van die vaardigheid om zichzelf te leren kalmeren, duurt tot na de pubertijd.

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat een kindje niet doorslaapt met zes maanden. En trouwens ook nog niet met achttien maanden. Kinderen moeten zich helemaal veilig en geborgen voelen om goed te kunnen slapen.

Een kindje in zijn eentje in zijn eigen kamertje, in zijn eigen bedje leggen en hem daar alleen te laten, zorgt voor stress, niet voor die veilige basis.

Laat maar los

Laat dus los dat je iets anders moet doen. Laat los dat het slapen van jouw kindje jouw fout of verdienste is.

Je kindje slaapt zoals een kindje slaapt. Hij slaapt zoveel als hij nodig heeft.

Je kan de omstandigheden optimaliseren, je kan je kindje helpen en veiligheid en geborgenheid bieden. Maar je bent niet degene die jouw kleintje moet leren om te kunnen slapen. Gelukkig niet. Dat leert hij vanzelf, net als lopen en praten.

Als je jouw verwachtingen los kan laten, zal je merken dat je veel meer rust ervaart rond het slapen. Als je niet denkt dat jíj een fout hebt gemaakt, kan je veel liefdevoller en milder zijn… naar jezelf toe, maar ook naar je kindje toe. Dan komt er ruimte voor acceptatie, liefde en geduld.

Vaak zorgt die rust ervoor dat je vanzelf beter gaat slapen, samen met je kindje.

Laatste uit de serie ‘beter slapen zonder slaaptraining’

Dit is het laatste deel uit de serie ‘beter slapen zonder slaaptraining’. Tips waarmee je een slaapprobleem aanpakt bij de wortel, en je kindje helpt om zo goed te slapen als past bij zijn leeftijd en karakter.

Deel 1: Omega-3
Deel 2: Buitenspelen en frisse lucht
Deel 3: Witte ruis
Deel 4: Verlichting
Deel 5: In bad voor bedtijd
Deel 6: Een slaapritueel
Deel 7: Voeding en darmflora
Deel 8: Loslaten (da’s deze dus ;)).