Ze tuurt in de kinderwagen waar een lieve, slapende baby ligt. Het ziet er vertederend uit: een mutsje op, oogjes dicht en iets roze wangetjes. De strepen van de tranen en het snot zijn nog te zien als je goed kijkt. “Wat een schatje”, kirt ze. “Het is vast een goede baby.” Ik twijfel. Een ‘goede’ baby? Bestaan er ook slechte dan? Dus ik knik maar: “Jazeker, het is een lieve baby.” Er schuilt namelijk gevaar in de verdeling ‘goede en slechte’ baby’s.

We doen het vaak, ook zelf. Ligt hij te slapen als een engeltje? Dan noemen we het al snel een goede baby. Maar huilt hij en wilt hij niet alleen zijn? Dan is het kennelijk niet zo’n goede baby.

Het gevaar van de verdeling

We willen alles indelen. Alles moet passen in hokjes en vakjes, en zo ook het gedrag van onze baby’s. Een goede baby is een baby die gemakkelijk door anderen kan worden vastgehouden. Een baby die makkelijk (en alleen) in slaap valt. Zo ééntje die nooit huilt, moppert of klaagt. Een kleintje die je in de box legt, en na een uur vraag je je af waar je baby ook alweer is.

Toch is zo’n verdeling in goed – en dus ook slecht – niet bevorderlijk voor hoe je je eigen baby ziet. Als je een kleintje hebt dat veel huilt, dag en nacht in je armen wilt wonen en niet alleen kan zijn, zou je geen ‘goede’ baby hebben. En we zijn, menselijk gezien, nogal geneigd het goede te willen.

Als je baby niet voldoet aan de norm, is de neiging groot daar wat aan te willen doen. En dat betekent dat je je baby wilt veranderen als hij het niet ‘goed’ doet.

Wat is een minder goede baby?

Als een baby ‘goed’ of ‘zoet’ is wanneer hij alleen slaapt, veel slaapt en niet huilt, dan zijn baby’s die dat niet doen dus… slecht?

Maar het probleem is dat veel baby’s niet alleen willen zijn. Ze kunnen het niet eens: in de eerste maanden weten ze geen onderscheid tussen hun moeder en zichzelf. Geen wonder, want negen maanden lang zijn ze onderdeel geweest van hun moeder.

In de maanden die volgen, kan een baby helemaal niks zelf. Hij kan niet zelf eten, niet zelf zijn emoties reguleren (dat duurt nog jaren voordat hij dat kan) en niet zelf opwarmen of afkoelen. Sterker nog, hij heeft zelfs jouw voeding nodig omdat de hormonen die daarin zitten hem vertellen of het dag of nacht is. Je bènt ook gewoon een essentieel deel van hem dat hij nodig heeft.

Een baby is pas compleet als jij er bent. En dus is hij incompleet als je er niet bent. Dat maakt hem geen slechte baby, dat maakt hem… nou ja, een baby!

>> Lees ook: Wittebroodsweken met je baby <<

Wat doen we met een slechte baby?

Helaas is het idee dat er goede baby’s bestaan nogal ingesleten. En de consequentie die daarop volgt, is dat er slechte baby’s zijn die goed moeten worden gemaakt.

En helaas zijn dat methoden die doorgaans niks met de baby of zijn ontwikkeling te maken hebben. We hebben er een scala aan niet natuurlijke oplossingen voor bedacht, die een baby dwingen in een ‘goed’ jasje.

Een paar voorbeelden die voortvloeien uit het idee ‘goede’ of ‘slechte’ baby

Huilen en vasthouden

Een goede baby huilt weinig tot niet. Nou klopt het dat baby’s doorgaans huilen uit ongemak, zowel psychisch als lichamelijk. Als we proberen dat te voorkomen, zou een baby niet heel veel hoeven huilen.

Maar helaas is de werkelijkheid anders en kunnen we niet altijd aan een baby tegemoet komen of zijn nood begrijpen. Honger, vermoeidheid, kou of juist warmte: allemaal redenen om te huilen. Een baby kan ook huilen omdat hij zich psychisch niet goed voelt. Zo kan hij overprikkelt of oververmoeid zijn, of gewoon een knuffel nodig hebben.  Baby’s hebben nou eenmaal een enorme honger naar contact. Contact met zijn moeder, om hem vast te houden en hem te vertellen dat het goed komt.

Hij heeft haar nodig om zich veilig te voelen. Om zich thuis te voelen, om zich begrepen te voelen. Hij heeft haar nodig om zich op te warmen, of om tot rust te komen. En als hij niet bij haar is, dan gaat hij huilen.

Baby’s die dit lichaamscontact veel nodig hebben en zoeken, zijn vaak de baby’s die niet direct als ‘goed’ worden omschreven. Er wordt gelijk gezegd dat je hem niet moet verwennen, of dat hij je manipuleert. Als je reageert op zijn gehuil terwijl zijn luier schoon is, dan heb je je eigen graf gegraven en zal je baby altijd huilen om je aandacht te krijgen.

>> Lees ook: Waarom een baby niet kan manipuleren <<

Alleen slapen

Cultureel is het bepaald dat baby’s alleen moeten slapen. Buiten onze westerse cultuur zie je dit verschijnsel zelden. Baby’s horen dicht bij hun moeder ’s nachts. Er zijn tal van voordelen waarom je een baby ’s nachts dichtbij je kan houden.

Toch is het huidige beeld dat een baby uit de warme baarmoeder komt, kleertjes aankrijgt en hop, in z’n eigen bed wordt gelegd zodat de moeder even bij kan komen.

Er zijn zat baby’s die hier flink tegen protesteren. Niet alleen in de eerste nacht, maar ook de eerste twee jaar. En dat is niet gek: een baby is direct alert als hij zijn moeders veiligheid niet voelt, en zet het op een brullen. Er zijn twee oplossingen voor.

De ene is het simpelst: je baby bij je nemen en bij je houden, en voldoen aan de behoefte. De tweede wordt echter helaas veel meer toegepast: laten huilen. Na een nacht of vier houdt je kleintje vanzelf op met huilen (dat is waar) en zou hebben hebben geleerd dat zijn bed een veilige omgeving is (dit is werkelijk stompzinnig).

Het is me een raadsel hoe het cultureel geaccepteerd is om kleine kinderen zichzelf nacht aan nacht in slaap te laten huilen, om ze alleen te laten als ze bang zijn. Om niet tegemoet te komen aan de meest basale behoefte van een baby: contact met zijn ouders. En als een baby na een aantal nachten het opgeeft om zijn ouders duidelijk te maken dat er iets mis is, slaken we een zucht van verlichting. Fijn: we hebben nu een goede baby die alleen kan slapen.

>> Lees ook: de voordelen van samen slapen <<

Culturele normen voor goed en slecht

Per cultuur is bepaald wat goed en wat slecht is. In onze cultuur is zelfstandigheid, zelfredzaamheid en individualiteit hoog aangeschreven. Dat werkt twee kanten op.

We verwachten van een baby dat hij goed alleen kan zijn. Kan hij dat niet, dan voldoet hij niet aan die culturele norm.

Maar we verwachten – en we eisen – dat ook voor onszelf. Samen slapen, langer dan vier of zes maanden borstvoeding geven: het zijn dingen die tegen onze culturele norm van individualiteit ingaan. We zijn gehecht aan 90 centimeter bed. We willen mooie kleren dragen en vrij zijn om onze eigen tijd in te delen – niet een praktisch shirt dat we elke 2 uur makkelijk uit kunnen doen.

Van onszelf verwachten we dingen van die haast onmogelijk zijn. Kijk maar naar de cijfers van depressies, burn-outs en stress-gerelateerde ziekten. En ondanks dat we het zelf missen om tegen iemand aan te kruipen, rustig aan te doen en tot rust te komen met elkaar, verwachten we het nu ook van een baby.

Je bent nu even heel erg nodig

We noemen een goede baby… een baby die alleen kan zijn. Geheel tegen zijn natuur in, verwachten we autonomie en individualiteit van een kleintje dat niet eens weet dat hij los van ons bestaat.

Probeer het eens los te laten.

Er bestaan geen goede en geen slechte baby’s.

Er zijn gewoon baby’s. En een baby heeft je nodig. Zo simpel is dat. Een baby heeft je nodig om te durven ontspannen, om te kunnen slapen, om te eten, om zijn indrukken te verwerken. En hij heeft je ’s morgens nodig zodra  de zon opkomt, en midden in de nacht als hij bang is. Hij heeft je nodig als je net naar de wc wilt, of als je naar de winkel moet.

Hij heeft je nodig als je net op de bank wilt ploffen om zelf even bij te komen. Eigenlijk heeft je altijd nodig.

En weet je? Dat duurt maar heel even. Dat hele kleine lijfje dat nasnikkend tot rust komt tegen je aan. Dat kleine meisje dat alleen wilt slapen als ze jouw hartslag kan horen. Dat lieve kereltje dat zo’n behoefte heeft aan een hand op zijn rug om in slaap te vallen.

Het is zo weer voorbij. Dan heb je misschien volgens onze culturele norm een slechte baby gehad, maar wel de kans om een enorme band op te bouwen. Om je kleintje te leren dat de wereld veilig is. Dat jij er voor hem bent als dat nodig is.

Dus zie je baby niet als slecht. Je hoeft er niks aan te veranderen. Je hoeft hem alleen maar te koesteren.

>> Lees ook: Mama, word eens wakker, alsjeblieft? <<